zondag 19 april 2009

Dag 12

Vanochtend zijn we naar de toren van Lux gelopen. Nu zeg ik je, we hebben een mooie huifkar met paarden en dan gaan we lopen. Ik was dus echt niet blij. Dat heb ik mijn vrienden ook laten weten. Bij de toren aangekomen konden we geen ingang vinden. Ik had de perfecte oplossing gevonden dacht ik en probeerde met mijn bijl een gat in de muur te slaan. Aan de andere kant van de toren probeerde Snuffa naar het raam te klimmen. De toren viel echter terug aan en dat deed toch wel een beetje pijn, dus ben ik gaan kijken of Snuffa meer succes had. Zij was nog niet eens begonnen. Nekros probeerde het raam in de slaan met zijn eldritch blast of hoe het ook heten mag, en toen viel de toren weer terug aan. Balen joh. Moesten we weer helemaal terug lopen. En ik had nog zo gezegd dat we de paarden moesten nemen. Nou ja, terug in Lux zijn we weer naar de tempel van Ioun gegaan en hebben daar gezocht naar info over de toren. We vonden dat er een geheime ingang was, dus hebben we in de tempel gezocht. Daar bleek een schakelaar. Ik mocht voorop lopen met het licht van Adaran op mijn bijl. Oh, wat was ik toch trots. Als mijn ouders me zo toch eens konden zien. In de kelder bleek echter niets interessants te zijn. Het leek wel een martelkamer daar. Nou toen hebben we maar besloten om naar de Satyr te gaan, want verder wisten we ook niet wat we in Lux moesten doen en Adaran had een kaart naar Satyrael gevonden, waar de Satyr wonen. En, wat het mooiste is, we gingen met de huifkar. Ik weer helemaal happy. Helaas kwamen we bij een doolhof aan en moesten we de paarden achterlaten. Khadgar heeft ze wel een hoop eten gegeven, zodat ze geen honger zouden krijgen. Wij het doolhof in, en dat duurde nog best lang voordat we er door waren, maar we zijn aan de andere kant uitgekomen. Toen we uit het doolhof kwamen was het al behoorlijk laat, dus zijn we maar gaan slapen. Weer geen bier.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten